Duitsland heeft aangekondigd verschillende hulpprogramma’s te starten in Syrië, met een totale waarde van 60 miljoen euro. Dit volgt op de val van voormalig president Bashar al-Assad op 8 december, aldus minister van Ontwikkeling Svenja Schulze.
“De humanitaire situatie in Syrië is rampzalig,” verklaarde Schulze in een interview met mediagroep RND. Ze benadrukte dat de bijna 14 jaar durende burgeroorlog een groot deel van het land in puin heeft achtergelaten. Momenteel leeft 90% van de bevolking in armoede en is afhankelijk van internationale hulp.
Hoewel de toekomst van Syrië onzeker blijft, sprak Schulze voorzichtig optimisme uit over mogelijke positieve veranderingen. Ze onderstreepte de noodzaak van hulp om deze veranderingen te ondersteunen en te versnellen.
De minister maakte duidelijk dat de door Duitsland gefinancierde hulpprogramma’s uitsluitend zullen worden uitgevoerd door de Verenigde Naties en niet-gouvernementele organisaties, en niet door de nieuwe de facto autoriteiten in Syrië.
Volgens de plannen wordt 25 miljoen euro toegekend aan UNICEF, het kinderfonds van de VN. Deze fondsen worden gebruikt voor projecten zoals het renoveren van scholen en het bieden van psychosociale ondersteuning aan kinderen.
Daarnaast ontvangt het UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de VN, 19 miljoen euro. Dit geld zal worden ingezet om op korte termijn werkgelegenheid te creëren voor intern ontheemde Syriërs, bijvoorbeeld bij het opruimen van puin.
De financiering komt uit de Duitse begroting van 2024, waarin de regering 132 miljoen euro had gereserveerd voor humanitaire hulp aan Syrië.