De gemeente Eindhoven, de provincie Noord-Brabant en ProRail hebben onlangs plannen gepresenteerd voor een nieuw ondergronds busstation. Deze plannen zijn onderdeel van een bredere visie voor het verbeteren van het openbaar vervoer in de regio, inclusief uitbreiding van het spoorwegnetwerk. Twee varianten voor het ondergrondse busstation zijn gepresenteerd: alternatief A en alternatief B. De belangrijkste verschillen tussen deze varianten liggen in de inrichting van het Stationsplein, waarbij alternatief B meer ruimte biedt op dit plein.
De locatie van de fietsenstalling verschilt ook tussen de twee varianten. In alternatief A bevindt de fietsenstalling zich naast het busstation, terwijl in alternatief B de stalling tussen het spoor en de bussen is geplaatst. Dit betekent dat passagiers in alternatief B een iets langere afstand moeten afleggen tussen bus en trein. De plannen zullen in de komende maanden verder worden onderzocht, met een besluit dat aan het einde van 2025 verwacht wordt.
Naast het busstation zijn er ook aanpassingen aan het spoor voorzien, die nodig zijn om de capaciteit te vergroten. ProRail heeft aangegeven de voorkeur te geven aan de aanleg van twee extra perrons aan de noord- en zuidzijde, in plaats van een extra eilandperron aan de oostzijde. Het eilandperron zou namelijk negatieve gevolgen kunnen hebben voor het treinverkeer naar en van het NS-schuifspoor.
In de wijk Tongelre zijn er verschillende opties gepresenteerd om het spoor te verbeteren. Momenteel moeten treinen daar te vaak wachten. Een mogelijke oplossing is een vrije kruising waarbij de trein als het ware omhoog gaat, of een tunnel naar Helmond. De plannen voor een vergelijkbare kruising richting Weert zijn echter geschrapt. De keuze voor de uiteindelijke optie hangt af van de beschikbare financiële middelen.
Alderman Stijn Steenbakkers van KnoopXL heeft aangegeven dat er in 2025 definitieve stappen zullen worden gezet en keuzes gemaakt. Hij benadrukt dat het gerenoveerde trein- en busstation in Eindhoven een echte hub zal worden voor de Brainport Regio en mogelijk zelfs voor heel Zuid-Nederland. Met een project van deze omvang is het van belang dat alle opties worden onderzocht.