De Spaanse coalitieregering staat momenteel voor verdeeldheid vanwege het plan om de werkweek te verkorten tot 37,5 uur. Minister van Arbeid Yolanda Diath, van de linkse Sumar-partij, beschuldigt de minister van Economie, Carlos Cuerpo, ervan “zich aan te sluiten bij de werkgevers” in plaats van de belangen van de arbeiders te behartigen. Diath benadrukt dat er duidelijke meningsverschillen zijn tussen haar partij en de Socialistische Partij van premier Pedro Sanchez over de uitvoering van de hervorming.
De regering blijft echter vastbesloten om het hervormingsplan uit te voeren en benadrukt dat dit een prioriteit is. De hervorming heeft tot doel de wettelijke wekelijkse arbeidsduur van 40 naar 37,5 uur terug te brengen, zonder loonverlies. Dit is essentieel voor de Sumar-partij om de minderheidsregering van Sanchez te blijven steunen.
Er zijn echter zorgen geuit door zowel bedrijven als werkgeversorganisaties over de impact van de hervorming op de concurrentiekracht van Spanje. De vrees bestaat dat hogere arbeidskosten de inflatie zouden kunnen opdrijven en de banencreatie zouden kunnen afremmen. Ondanks deze bezorgdheden benadrukt Diath dat de Spaanse economie nog steeds de meest dynamische is van alle OESO-landen.
De regering heeft een overeenkomst getekend met de twee grootste vakbonden, de CCOO en de UGT, voor de hervorming, maar de steun van de werkgevers ontbreekt. Het plan moet nog worden goedgekeurd door het parlement, maar wordt geconfronteerd met bedenkingen van verschillende bondgenoten van de regering.
De verdeeldheid binnen de coalitieregering benadrukt de uitdagingen waarmee Spanje geconfronteerd wordt bij het doorvoeren van hervormingen op de arbeidsmarkt. Het is duidelijk dat er nog veel discussie en onderhandeling nodig zal zijn voordat er een definitieve beslissing kan worden genomen over de verkorting van de werkweek in Spanje.