Friedrich Mertz, de nieuwe kanselier van Duitsland, maakte een gedurfde belofte van “welvaart voor iedereen” tijdens zijn eerste toespraak in de Bondsdag. Met de nadruk op economie en buitenlands beleid, benadrukte hij de urgentie van het aanpakken van de “grote uitdagingen” waarmee het land werd geconfronteerd. Mertz sprak over de aanhoudende recessie van de Duitse economie en noemde de financiële crisis “ongekend” en waarschuwde dat het land nog nooit zo’n lange periode van economische stagnatie had meegemaakt.
Om de economie een boost te geven, kondigde Mertz aan dat de regering zou investeren in infrastructuurprojecten en de schuldenrem zou opheffen. Hij benadrukte ook het belang van het versterken van het concurrentievermogen als absolute prioriteit. Op het gebied van werkgelegenheid beloofde de kanselier maatregelen zoals vrijwillige voortzetting van werk na 67 jaar, belastingvrije overuren en een geleidelijke verhoging van het minimumloon tot 15 euro per uur tegen 2026.
Een ander belangrijk onderwerp dat Mertz aansneed was migratie. Hij erkende Duitsland als een land van immigratie, maar benadrukte dat het beleid ten aanzien van immigratie van laaggeschoolde arbeidskrachten moest veranderen. Hij pleitte voor een nieuw immigratiebeleid dat de belangen van het land zou dienen en benadrukte de noodzaak van veiligheid en bescherming voor alle burgers.
Daarnaast sprak Mertz zijn steun uit voor Israël en veroordeelde hij antisemitisme. Hij benadrukte het belang van samenwerking met Israël en pleitte voor vrede in de regio. De kanselier beloofde ook humanitaire hulp voor de bevolking in Gaza en veroordeelde aanvallen op politieagenten.
Al met al presenteerde Friedrich Mertz een ambitieus plan voor de toekomst van Duitsland, met de belofte van welvaart voor alle burgers en een focus op economische groei, werkgelegenheid en veiligheid. Het is nu afwachten hoe zijn beleid zich zal ontvouwen en of hij zijn beloften kan waarmaken.