Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft de beslissing van president Trump gesteund om wettelijke bescherming te verwijderen van ongeveer 350.000 Venezolaanse burgers die in de Verenigde Staten verblijven. Dit betekent dat deze mensen nu waarschijnlijk zullen worden gedeporteerd. De uitspraak van het Hof, met slechts één tegenstem, overtrof de eerdere beslissing van een federale rechter in San Francisco, die het beschermingsregime voor Venezolaanse inwoners had gehandhaafd.
De federale rechter Edward Chen had de beslissing van minister van Binnenlandse Zaken Christie NOEem bevroren om het beschermingsregime te beëindigen. Dit regime stelt mensen in staat om legaal in de Verenigde Staten te leven en te werken vanwege de gevaarlijke situatie in hun thuisland, veroorzaakt door natuurrampen of burgerlijke conflicten.
De beslissing om Venezuela toe te voegen aan de lijst van “gevaarlijke” landen werd genomen door de regering-Biden in 2021 en 2023. Hierdoor verliezen de Venezolaanse burgers hun beschermde status en lopen ze het risico om gedeporteerd te worden naar hun thuisland, waar de situatie nog steeds als gevaarlijk wordt beschouwd.
De uitspraak van het Hooggerechtshof heeft geleid tot verdeelde reacties in de Verenigde Staten, waar sommigen de beslissing steunen als een manier om het immigratiebeleid te handhaven, terwijl anderen het als een schending van de rechten van immigranten beschouwen. De deportatie van de Venezolaanse burgers zal naar verwachting in de komende maanden worden uitgevoerd, tenzij er verdere juridische stappen worden ondernomen om dit te voorkomen.
Het is een controversiële kwestie die de aandacht heeft getrokken van zowel voor- als tegenstanders van het beleid van president Trump met betrekking tot immigratie. De uitspraak van het Hooggerechtshof geeft Trump het “groene licht” om Venezolaanse burgers te deporteren, wat de start kan zijn van een nieuw hoofdstuk in het voortdurende debat over immigratie en grensbeleid in de Verenigde Staten.