Het lijkt erop dat hoewel president Donald Trump gelooft dat hij de wereld kan veranderen, zijn invloed op buitenlandse leiders beperkt blijft. Ondanks zijn harde retoriek en pogingen tot intimidatie, hebben leiders zoals Vladimir Poetin, Xi Jinping en Benjamin Netanyahu niet toegegeven aan zijn eisen.
In zijn confrontaties met Rusland, China en Europa heeft Trump keer op keer moeten terugtrekken vanwege de vastberadenheid en strategische vastberadenheid van deze landen. Zijn illusie van grootheid wordt ondermijnd door het feit dat de wereldleiders hun eigen belangen najagen en niet zwichten voor zijn druk.
Zelfs in het Midden-Oosten heeft Trump moeite om zijn wil op te leggen, aangezien zijn ambities voor vrede en samenwerking worden gedwarsboomd door de complexe politieke situatie in de regio. Zijn onvoorspelbaarheid en gebrek aan consistentie hebben het respect voor Washington ondermijnd en de geloofwaardigheid van zijn buitenlands beleid aangetast.
Hoewel Trump niet de eerste president is die worstelt met internationale betrekkingen, lijkt zijn populistische aanpak niet effectief te zijn in een wereld die wordt gedomineerd door gevestigde allianties en economische structuren. Zijn confrontaties met China, Rusland en Europa tonen aan dat autoritair leiderschap en intimidatie niet voldoende zijn om de complexe internationale politiek te beheersen.
Al met al blijkt uit de obstakels die Trump heeft ondervonden in zijn buitenlands beleid dat de wereldleiders hem niet als de almachtige leider beschouwen die hij graag zou willen zijn. Zijn terugtrekkingen en mislukte pogingen om invloed uit te oefenen, tonen aan dat de realiteit van de internationale politiek complexer is dan zijn retoriek doet vermoeden.