Het nieuwste rapport vrijgegeven door de woordvoerder van de regering van Iran onthult dat het dodental in Iran tijdens de twaalf dagen durende oorlog met Israël de grens van 1.000 heeft overschreden. Volgens Fatemeh Mohageran zijn er minstens 1.062 mensen gedood, waaronder 102 vrouwen en 38 kinderen. Dit cijfer ligt hoger dan het vorige officiële rapport van 935 doden.
Een bijzonder verontrustend aspect van de Israëlische aanvallen was de gerichte aanval op symbolen van het Iraanse regime, zoals de beruchte Evin-gevangenis in Teheran. Op 23 juni werd de gevangenis getroffen door Israëlische bomaanslagen, waarbij minstens 79 mensen om het leven kwamen, waaronder gevangenen, familieleden en medewerkers. De Israëlische strijdkrachten hebben bevestigd dat ze deze gevangenis hebben gebombardeerd.
Amnesty International roept nu op tot een onderzoek naar deze acties als mogelijke oorlogsmisdaden. De aanval op de Evin-gevangenis wordt gezien als een ernstige daad van agressie en een schending van de mensenrechten. Tijdens de twaalf dagen durende oorlog tussen Iran en Israël, aartsvijanden van elkaar, heeft deze specifieke aanval veel verontwaardiging en veroordeling opgeroepen.
De situatie in Iran blijft gespannen en vol onzekerheid, met het dodental blijvend stijgen en de internationale gemeenschap die oproept tot een einde aan het geweld. Het is duidelijk dat deze oorlog grote verwoesting heeft aangericht en dat de impact ervan nog lang zal worden gevoeld in Iran en daarbuiten. Het is van cruciaal belang dat er internationale actie wordt ondernomen om verdere escalatie van het conflict te voorkomen en om rechtvaardigheid te zoeken voor de slachtoffers van deze tragische gebeurtenissen.