Significante veranderingen zijn doorgevoerd in de berekening van levende documenten, zoals eerder beschreven door Naftemporiki. Deze veranderingen omvatten een verlaging van 30% voor huizen en tot 50% voor auto’s. Levend vermoeden wordt gedefinieerd als het minimale jaarinkomen dat nodig is voor het onderhoud van mobiele en onroerende activa, evenals de minimale kosten voor het jaarlijkse wonen.
Financiële experts hebben vandaag gedetailleerd gepresenteerd wat er verandert. Zo zullen de minimale objectieve uitgaven voor afhankelijke kinderen met hetzelfde inkomen worden uitgesloten, wat zal resulteren in een jaarlijkse budgettaire kosten van €40 miljoen en een belastingverschil voor ongeveer 477.000 belastingbetalers vanwege levend bewijs.
Wat betreft woningen, worden de objectieve kosten verhoogd voor inwoners in gebieden met verschillende zoneprijzen, variërend van €2.800 tot €4.999 per vierkante meter, met kortingen van 30% tot 58%. Voor huizen worden de objectieve kosten met 20% verhoogd op nieuwe objectieve kosten, terwijl voor secundaire woningen de korting van 50% op nieuwe objectieve kosten gehandhaafd blijft.
Voor auto’s geldt dat de objectieve uitgaven worden bepaald op basis van kubieke centimeters, met kortingen van 30% voor auto’s van 5-10 jaar en 50% voor auto’s ouder dan 10 jaar. De objectieve kosten zullen nu ook worden bepaald op basis van CO2-uitstoot voor auto’s vanaf 1 november 2010, met aanzienlijke verlagingen in de kosten.
Voor jachten geldt dat de toegerekende uitgaven variëren afhankelijk van de leeftijd van het schip, met kortingen tot 30% voor vrijetijdsschepen gebouwd in Griekenland. Deze nieuwe maatregelen zullen zeker een impact hebben op de kosten voor het bezit en onderhoud van onroerend goed, auto’s en jachten voor de betrokken belastingbetalers.