Turkije staat opnieuw in de schijnwerpers met de arrestatie van voormalig burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglou. De Republikeinse People’s Party (CHP), de grootste oppositiepartij, wordt steeds vaker het doelwit van de Turkse gerechtigheid, met honderden ambtenaren en partijfunctionarissen die zijn gearresteerd. Imamoglou, een populaire en geliefde leider binnen de CHP, wordt geconfronteerd met beschuldigingen van vervalsing, corruptie en ambtsmisbruik.
Op 11 september moet Imamoglou zich verantwoorden voor de rechtbank voor de aanklachten van vervalsing en andere documenten. Als hij schuldig wordt bevonden, kan hij een gevangenisstraf van maximaal acht jaar en negen maanden krijgen en wordt hij uitgesloten van elke politieke activiteit. Zijn universitaire diploma, dat volgens de Turkse grondwet een voorwaarde is voor het bekleden van een hoog ambt, is inmiddels geannuleerd.
Imamoglou en zijn partij beweren dat de aanklachten tegen hem politiek gemotiveerd zijn. De zaak tegen hem begon kort na zijn verkiezing als burgemeester van Istanbul in 2019 en wordt gezien als een vergelding van de regering, omdat Imamoglou de geldigheid van president Erdogan’s universitaire diploma in twijfel heeft getrokken.
Imamoglou, geboren in 1970 in de buurt van Trabzon, heeft een bescheiden achtergrond en heeft zich opgewerkt binnen de CHP met een mix van sociaal-democratische en nationalistische retoriek. Zijn verkiezing tot burgemeester van Istanbul in 2019 betekende een historische overwinning voor de oppositie, die een einde maakte aan de 25-jarige dominantie van de AKP in de stad.
Imamoglou wordt nu niet alleen geconfronteerd met het gerechtelijk systeem, maar ook met de mogelijkheid van het verlies van zijn leiderschap binnen de CHP. De volgende hoorzitting in zijn proces staat gepland op 15 september. Als de rechtbank besluit hem schuldig te bevinden, kan dit grote gevolgen hebben voor zowel Imamoglou als voor de Turkse oppositie als geheel.