Isak Adić, de oprichter van Mango, was een man die liever via stoffen en etalages sprak dan via woorden. Hij overleed tien maanden geleden op een berg in Catalonië, waarbij zijn dood destijds werd gepresenteerd als een tragisch ongeval. Nu wordt hetzelfde verhaal anders gelezen, aangezien de autoriteiten een mogelijke moord onderzoeken en de naam van zijn zoon, Jonathan, centraal staat in het onderzoek.
Adić, geboren in 1953 in Istanbul in een Sefardische joodse familie, verhuisde in de jaren zestig met zijn gezin naar Catalonië. Daar begon hij met het verkopen van shirts in de straten van Barcelona en leerde hij de taal van commercie en esthetiek begrijpen. Deze observaties vormden het DNA van Mango, dat hij in 1984 samen met zijn broer Nachman oprichtte. Zijn diepste verlangen was om een mediterrane identiteit uit te drukken, met strakke lijnen en vertrouwen zonder te pronken.
Mango groeide snel uit tot een wereldwijd netwerk met meer dan 2.500 winkels in 110 landen, maar Adić zelf bleef altijd onzichtbaar. Hij gaf geen interviews, verscheen niet op modefestivals en liet geen fotografen toe in zijn kantoor. Mensen die met hem hebben samengewerkt, herinneren zich dat hij liever rustig de winkels binnenliep, de stof in zijn handen nam en aan een medewerker vroeg of het rek er ‘schoon’ uitzag.
Voor degenen die hem kenden, kan Isak Adić niet worden samengevat in een politiezaak. Hij was een man die rustig leefde en een wereld van planken, lijnen en texturen achterliet, een imperium van eenvoud. Zijn dood op de berg in Catalonië werpt nu echter een schaduw over zijn nalatenschap, met vermoedens van een mogelijk duistere zaak die Spanje doet schudden. De autoriteiten onderzoeken de zaak en de rol van zijn zoon Jonathan staat centraal in het onderzoek. Het verhaal van Isak Adić en Mango neemt zo een onverwachte wending na zijn plotselinge dood.