De gevallen prins Andrew heeft gedurende vier decennia de Britse monarchie in verlegenheid gebracht met zijn schandalige gedrag en controversiële relaties. Vanaf zijn spraakmakende optreden in Los Angeles in 1984, waarbij hij verslaggevers en fotografen met verf bespotte, tot zijn recente onthullingen over zijn banden met Jeffrey Epstein, heeft prins Andrew voortdurend voor ophef gezorgd.
In 2007 verkocht Andrew zijn huis in Sunninghill Park aan een omstreden figuur uit Kazachstan, wat leidde tot bezorgdheid over mogelijke beïnvloeding. In 2010 kwam hij in opspraak toen zijn ex-vrouw Sarah Ferguson werd betrapt op het aanbieden van toegang tot de prins voor geld. Een jaar later moest Andrew aftreden als handelsgezant van Groot-Brittannië vanwege zijn banden met Epstein en een Libische wapensmokkelaar.
De arrestatie van Epstein in 2019 bracht nieuwe beschuldigingen aan het licht dat Andrew seksuele relaties had met een minderjarige die door Epstein was verhandeld. Ondanks zijn categorische ontkenning leidden de e-mails van Andrew aan Epstein in 2025 tot zijn definitieve verwijdering uit alle koninklijke taken. Zelfs een schikking met Virginia Giuffre, die beweerde op haar zeventiende seks met hem te hebben gehad, kon zijn ondergang niet voorkomen.
Met de tragische zelfmoord van Giuffre in 2025 en de onthulling van Andrews relatie met een Chinese zakenman verdacht van spionage, lijkt de gevallen prins zijn eigen ondergang te hebben bewerkstelligd. Het paleis heeft eindelijk ingegrepen en alle sporen van zijn koninklijke status uitgewist, waarmee een einde komt aan een tumultueuze periode die de Britse monarchie decennialang heeft overschaduwd.