Europa is momenteel bezig met het herbewapenen en het versterken van haar defensie-industrie om haar afhankelijkheid van de Verenigde Staten te verminderen. De Europese Commissie heeft na lange onderhandelingen het EDIP-programma geïntroduceerd, met een budget van 1,5 miljard euro voor de periode 2025-2027. Dit programma heeft tot doel gezamenlijke bewapeningsprojecten aan te moedigen en de kosten van buiten de EU vervaardigde onderdelen te beperken tot 35%.
Het akkoord over het EDIP-programma is bereikt na moeizame discussies over de Europese preferentie. Sommige lidstaten waren voorstander van meer flexibiliteit, zodat het programma ook wapeninvesteringen van buiten de EU, met name uit de Verenigde Staten, kan financieren. Uiteindelijk is er een compromis bereikt waarbij de uitgaven voor defensiecomponenten die buiten de EU zijn vervaardigd, beperkt blijven tot 35% van de totale kosten.
Momenteel worden ruim 60% van de EU-wapenaankopen buiten Europa gedaan, voornamelijk in de Verenigde Staten. Brussel streeft ernaar om deze afhankelijkheid terug te brengen tot 45%. Oekraïne zal ook deelnemen aan het project en 300 miljoen euro uit het totale budget ontvangen. Het EDIP-programma legt ook de basis voor een juridisch kader om gezamenlijke investeringen en aanbestedingen in de EU op het gebied van defensie te vergemakkelijken.
De Europese defensie-industrie maakt momenteel een historische groei door, mede vanwege de angst voor een oorlog met Rusland na de Russische invasie van Oekraïne. Europese defensiegiganten zoals Rheinmetall, Hensoldt, Thyssenkrupp Marine Systems en Heckler & Koch maken een sterke groei door en investeren in het uitbreiden van hun productiecapaciteit.
De EU-landen hebben in 2024 362 miljard dollar uitgetrokken voor defensie, wat overeenkomt met 1,9% van het bbp. Op de laatste NAVO-top is besloten om de defensie-uitgaven te verhogen van 2% naar 5% van het BBP. Dit is een politieke verbintenis die tegen 2035 gerealiseerd moet zijn. Economische schattingen tonen aan dat de landen van de eurozone hun defensie-uitgaven moeten verhogen van €181 miljard in 2023 naar €570 miljard in 2035.
De Europese Commissie en de regeringen van de belangrijkste Europese landen streven naar het opbouwen van een Europese pijler binnen de NAVO die meer invloed kan hebben op politieke en militaire beslissingen. Het ‘Readiness 2030’-project van de Commissie moedigt Europese landen aan om sneller in defensie te investeren dan de NAVO voor ogen had.
Al met al is Europa bezig met het versterken van haar defensie-industrie en het verminderen van haar afhankelijkheid van de Verenigde Staten. Het blijft echter de vraag of deze inspanningen voldoende zullen zijn om de afhankelijkheid daadwerkelijk te verminderen en een sterkere Europese defensiepijler binnen de NAVO op te bouwen. Europa is zich aan het herbewapenen. Dit komt omdat we met een dreiging worden geconfronteerd, de reserves van sommige landen zijn uitgeput door de hulp aan Oekraïne, en bovendien hebben we technologisch achterlijke defensiesystemen. Vertaald in euro’s zou dit een totale uitgave van 800 miljard euro betekenen.
Het SAFE-programma is opgezet om de Europese defensie te versterken. Momenteel zijn de enige beschikbare kortetermijnfondsen 150 miljard euro uit het SAFE-fonds (Security Action for Europe), dat de Commissie op de markt zal ophalen via een gemeenschappelijke schuldenregeling, waarbij de Europese Unie als garant zal optreden. Dit geld zal tegen een lage rente worden uitgeleend aan de landen die het nodig hebben, waarbij de terugbetalingen na tien jaar beginnen en de leningen over een periode van 45 jaar worden terugbetaald.
Om de SAFE-lening te ontvangen, zouden individuele overheden gezamenlijke aankopen moeten doen met ten minste één andere Europese staat. De verordening specificeert ook de twee categorieën wapens die moeten worden aangeschaft, die worden gedefinieerd op basis van door de NAVO vastgestelde criteria. De eerste categorie betreft munitie, raketten, artilleriesystemen en de tweede categorie gaat over luchtverdediging, onbemande vliegtuigen, ruimtebewaking en toepassingen van kunstmatige intelligentie en elektronica in oorlogsvoering. Bovendien moet 65% van de componenten van elk product in een Europees land worden vervaardigd.
Tot nu toe hebben 19 regeringen, waaronder Griekenland, verzocht om het gebruik van de ‘veilige’ fondsen, en zij moeten eind november gedetailleerde projecten bij Brussel indienen.
Het SAFE-programma maakt een einde aan de aankoop van ‘made in the USA’-wapens, maar Commissievoorzitter Ursula von der Leyen ondertekende begin augustus, als onderdeel van de deal met Trump over tarieven, de Europese toezegging om Amerikaanse wapens te kopen. Deze tegenstrijdigheid blijft op tafel liggen.
Dit komt ook doordat de Verenigde Staten tussen 2020 en 2024 63% van de wapens leverden die door de landen van de Europese Unie waren gekocht, zoals Mario Draghi opmerkte in het Competitiveness Report.
De vraag is ook waar de 650 miljard euro die nodig is om de 800 miljard euro in het plan van Von der Leyen te bereiken, gevonden zullen worden?
Om vanuit de nationale begrotingen een ‘oplossing’ te vinden, heeft de Commissie de mogelijkheid geboden om de beperkingen die het Stabiliteitspact stelt aan het begrotingstekort – momenteel vastgesteld op 3% van het bbp – met 1,5% te overschrijden.
In de praktijk staat Brussel een tekort tot 4,5% toe om de defensie-uitgaven te financieren door de schulden te verhogen. Deze vrijwaringsclausule geldt voor vier jaar.
De urgente kwestie is het elimineren van de fragmentatie van de Europese bewapening. Volgens studies van het Europees Parlement “leidt het gebrek aan samenwerking van de 27 op defensiegebied tot een geschatte verspilling van tussen de 25 en 100 miljard euro per jaar”.
Volgens het rapport The Military Balance 2025, opgesteld door het International Institute for Strategic Studies, waren er in 2024 bijvoorbeeld dertien soorten tanks in de EU-landen, terwijl de Verenigde Staten er maar één hadden.
In Europa hebben we veertien straaljagermodellen, terwijl de VS er zes heeft.
“De organen van het Atlantisch Bondgenootschap werken aan het proces van standaardisatie van de bewapening onder de lidstaten, maar er is een gecoördineerde strategie tussen de verschillende Europese regeringen nodig, die voorlopig ontbreekt”, benadrukken defensieanalisten.
De defensiebedrijven vermenigvuldigen uiteraard de internationale overeenkomsten voor de gezamenlijke constructie van belangrijke bewapening. De belangrijkste knooppunten in dit netwerk zijn de allianties tussen Franse en Duitse bedrijven om tanks en gepantserde voertuigen te bouwen voor de legers van de twee landen.
Italië is ook betrokken bij verschillende overeenkomsten, met name met Leonardo, een bedrijf dat voor 30% eigendom is van het ministerie van Financiën. De Italiaanse groep is een joint venture aangegaan met het Duitse Rheinmetall om 132 tanks en 1.050 pantservoertuigen te produceren. Ook wordt er samengewerkt met het Turkse Baykar voor de productie van drones en met de Eurofighter-groep voor gevechtsvliegtuigen.
De Italiaanse generaal Aurelio Colagrande, plaatsvervangend opperbevelhebber van de NAVO, benadrukt dat “het belangrijkste is om de fragmentatie te beperken en, in ieder geval, dat de middelen en instrumenten die ons ter beschikking staan, met elkaar verenigbaar zijn.”
Wat de regeringen betreft: het zou passend zijn – zegt hij – om de burgers met de grootst mogelijke transparantie uit te leggen wat de redenen zijn die naleving van het herbewapeningsplan vereisen. Europa is zich aan het herbewapenen en neemt stappen om zijn defensiecapaciteiten te versterken. Dit komt voort uit de toenemende onzekerheid in de wereld en de verschuivende geopolitieke dynamiek. Een van de belangrijkste vragen die opkomt, is of deze herbewapening zal leiden tot een vermindering van de afhankelijkheid van de Verenigde Staten.
De Europese Unie heeft de afgelopen jaren stappen ondernomen om haar defensiecapaciteiten te verbeteren. Er zijn initiatieven genomen om de samenwerking tussen EU-lidstaten te versterken en om gezamenlijke defensieprojecten te ontwikkelen. Daarnaast is er ook meer aandacht besteed aan de financiering van defensie en het verhogen van defensie-uitgaven.
Een van de belangrijkste redenen achter deze herbewapening is de groeiende onzekerheid in de wereld en de toenemende dreigingen waarmee Europa wordt geconfronteerd. De annexatie van de Krim door Rusland, terroristische aanslagen in Europa en de opkomst van nieuwe technologieën zoals cyberwapens hebben Europa ertoe aangezet om zijn defensiecapaciteiten te versterken.
Hoewel Europa streeft naar meer autonomie en onafhankelijkheid op het gebied van defensie, blijft de rol van de Verenigde Staten van cruciaal belang. De NAVO, waar de VS een leidende rol in speelt, blijft de hoeksteen van de Europese veiligheid. Europa zal dus waarschijnlijk niet volledig onafhankelijk worden van de VS op het gebied van defensie.
Het is echter belangrijk voor Europa om zijn defensiecapaciteiten te versterken en meer autonomie te verwerven. Door te investeren in defensie en samen te werken op dit gebied, kan Europa zijn eigen veiligheid waarborgen en een gelijkwaardige partner worden binnen de NAVO. Het is een balans die Europa moet vinden tussen samenwerking met de VS en het streven naar meer autonomie in defensieaangelegenheden.