De Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN heeft opgeroepen tot hernieuwde inspanningen om een einde te maken aan de vijandelijkheden in Libanon, terwijl Israëlische luchtaanvallen doorgaan ondanks het overeengekomen staakt-het-vuren. Volker Turk, de Hoge Commissaris van het Human Rights Office, benadrukte dat 103 burgers de afgelopen 10 maanden zijn omgekomen als gevolg van de aanhoudende conflicten.
De focus van Israëlische aanvallen ligt met name op de posities van Hezbollah in Zuid-Libanon, ondanks het staakt-het-vuren dat tot stand kwam door Amerikaanse bemiddeling tussen Libanon en Israël. Dit bestand trad in werking in november na meer dan een jaar conflict veroorzaakt door de Gaza-oorlog.
Een van de meest dodelijke aanvallen vond plaats op 21 september, waarbij vijf mensen, waaronder drie kinderen, omkwamen toen een Israëlische drone een voertuig en een motorfiets in het grensgebied van Bint Jbeil trof. Het Israëlische leger beweerde dat het een lid van Hezbollah had gedood tijdens de aanval, maar erkende dat er ook onschuldige burgers het slachtoffer waren geworden.
Volker Turk riep op tot een onafhankelijk onderzoek naar dit incident en benadrukte de noodzaak van verdere actie. Het Office of the High Commissioner for Human Rights meldde geen moorden door raketten die vanuit Libanon naar Israël waren gelanceerd sinds het staakt-het-vuren.
Ondertussen blijven meer dan 80.000 mensen ontheemd in Libanon en 30.000 mensen zijn nog steeds ontheemd in het noorden van Israël. De situatie in de regio blijft dus uiterst zorgwekkend en er is dringend behoefte aan een duurzame oplossing om verdere escalatie van het conflict te voorkomen.





























































