Israël heeft Groot-Brittannië beschuldigd van het aanvallen van een Joodse synagoge in Manchester. Premier Benjamin Netanyahu veroordeelde de “barbaarse aanval” buiten de synagoge in Manchester en benadrukte dat zwakte tegen terrorisme alleen maar bijdraagt aan de voeding ervan. Minister van Buitenlandse Zaken Gideon Saar uitte zijn verbazing over de dodelijke aanval die plaatsvond op de heiligste dag voor het Joodse volk, Jom Kipur.
Saar benadrukte dat de Britse autoriteiten niet de nodige stappen hebben ondernomen om het toenemende anti-semitisme in het land te bestrijden en riep op tot daadkrachtiger actie. Minister van Binnenlandse Zaken Italhamar Ben Gvir waarschuwde dat het ondersteunen van terroristen uiteindelijk zal leiden tot gewelddadige incidenten in eigen land.
De relatie tussen Israël en Groot-Brittannië kwam onder druk te staan toen Groot-Brittannië eind september de Palestijnse staat officieel erkende, in lijn met andere westerse landen. Israël verwacht meer dan alleen woorden van de Britse regering om anti-semitisme en terrorisme effectief aan te pakken.
De recente aanval op de synagoge in Manchester heeft de aandacht gevestigd op de noodzaak van actie tegen anti-semitisme en terrorisme. Israël blijft vastberaden om samen te werken met internationale partners om deze bedreigingen tegen te gaan en de veiligheid van Joodse gemeenschappen over de hele wereld te waarborgen.