Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de beschuldigingen van mishandeling van Zweedse activist Greta Thunberg en andere pro-Palestijnse activisten tijdens hun detentie krachtig verworpen. Minister van Veiligheid Ithamar Ben-Gvir verklaarde echter dat hij trots was om de activisten te confronteren, die hij beschouwde als sympathisanten van terrorisme. Hij benadrukte dat iedereen die terrorisme steunt, behandeld moet worden als een terrorist.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukte dat Thunberg en de andere gevangenen de versnelling van hun deportatie hadden afgewezen en beweerden te worden gereserveerd. Er werd ook benadrukt dat Thunberg zelf geen klachten heeft ingediend bij de Israëlische autoriteiten over de vermeende mishandelingen, omdat deze nooit hebben plaatsgevonden.
Ben-Gvir bezocht de schepen waarop de activisten werden vastgehouden en beweerde dat hij geen enkele vorm van hulp of mededogen zag. Hij beschreef de activisten als mensen die terrorisme steunden en plezier hadden. Ben-Gvir voegde eraan toe dat de activisten de harde omstandigheden van hun detentie zouden moeten voelen en twee keer zouden moeten nadenken voordat ze Israël opnieuw benaderen.
De Israëlische regering blijft dus standvastig in haar ontkenning van de beschuldigingen van mishandeling door Thunberg en andere activisten. Ben-Gvir benadrukte dat terrorisme niet getolereerd zal worden en dat degenen die het steunen zware consequenties zullen ondervinden.





























































