Uit een recent onderzoek van de Europese Centrale Bank blijkt dat maar liefst 85% van de Europese werknemers zich zorgen maakt over het verlies van hun baan als gevolg van de plichten die zijn opgelegd door de regering van Trump. Met name in Griekenland maken werknemers zich grote zorgen over de impact van deze plichten op hun werkgelegenheidssituatie.
Opvallend genoeg blijkt uit het onderzoek dat de meeste Europese werknemers zich niet bijzonder zorgen maken over het verlies van hun baan, omdat ze van mening zijn dat hun positie niet direct wordt beïnvloed door de plichten die worden opgelegd. Dit geldt met name voor werknemers wiens werkgevers niet direct getroffen worden door verminderde vraag van Amerikaanse consumenten.
Toch is er een minderheid van 15% van de werknemers die erkent dat de kans op baanverlies groter is geworden, terwijl 3% zelfs aangeeft dat de kans op verlies aanzienlijk is toegenomen. De sector en het land waarin Europese werknemers werkzaam zijn spelen een belangrijke rol in deze zorgen, aangezien werknemers in landen die het meest exporteren naar de Verenigde Staten een groter risico zien op baanverlies.
Met name in Griekenland en Ierland, waar een groot percentage van de bedrijven en banen direct gerelateerd is aan export naar de VS, is de bezorgdheid over baanverlies het grootst. In Griekenland is de impact van de Amerikaanse heffingen weliswaar het laagst (1%), maar de bezorgdheid onder werknemers is relatief hoog. Dit in tegenstelling tot landen als Portugal, Spanje, Frankrijk en Italië, waar de bezorgdheid over baanverlies minder groot is.
Al met al laat het onderzoek zien dat Europese werknemers zich in toenemende mate zorgen maken over hun baan als gevolg van de plichten die worden opgelegd. De impact van deze maatregelen verschilt echter per sector en per land, waarbij werknemers in landen die sterk afhankelijk zijn van export naar de VS zich het meest zorgen maken over hun werkgelegenheidssituatie.