Indonesië heeft een belangrijke stap gezet in de bescherming van dieren door de consumptie van vlees van honden, katten en andere dieren die drager zijn van hondsdolheid te verbieden in de hoofdstad Jakarta. Dit verbod volgt op een campagne van dierenrechtenactivisten die pleiten voor een einde aan de handel in deze vleessoorten. De gouverneur van Jakarta, Pramono Anung, heeft de wet ondertekend en benadrukt dat de verkoop van vlees van dieren die hondsdolheid dragen voor voedseldoeleinden niet langer is toegestaan.
Het verbod voorziet in een overgangsperiode van zes maanden voordat het volledig van kracht wordt. Dierenrechtenactivisten hebben positief gereageerd op deze beslissing en noemen het een stap in de goede richting. De organisatie Dog Meat Free Indonesia (DMFI) benadrukt dat dit beleid in lijn is met het mandaat van de grondwet om alle Indonesiërs te beschermen en van het land een rechtvaardige en beschaafde staat te maken.
Indonesië is een van de weinige landen waar de verkoop van honden- en kattenvlees nog steeds is toegestaan, maar de campagne tegen deze praktijk wint terrein. Steden zoals Semarang in Midden-Java hebben in de afgelopen jaren lokale beperkingen opgelegd aan deze handel. Het verbod in Jakarta is een belangrijke stap naar een meer diervriendelijke samenleving in Indonesië.





























































