Polen heeft twee mensen geïdentificeerd als verdachten van de sabotage van zijn spoorlijnen, zo verklaarde premier Donald Tusk aan de parlementsleden. Hij voegde eraan toe dat het gaat om twee Oekraïners die al lange tijd samenwerken met de Russische inlichtingendienst en naar Wit-Rusland zijn gevlucht. Volgens een woordvoerder van de Poolse Binnenlandse Veiligheidsdienst wijst alles erop dat de Russische inlichtingendienst betrokken was bij de sabotage van de spoorlijn naar Oekraïne.
De opmerkingen van de woordvoerder waren de eerste publieke uiting van vermoedens van een Poolse veiligheidsfunctionaris over de betrokkenheid van Moskou bij de explosie die de spoorlijn heeft beschadigd en die maandag werd gekenmerkt als een “ongekende sabotagedaad”. De autoriteiten zijn momenteel bezig met het beveiligen van bewijsmateriaal, het verzamelen van informatie en het verifiëren van de gegevens die tot nu toe zijn verzameld.
De regering van Polen hield een spoedvergadering van het Nationale Veiligheidscomité om de laatste ontwikkelingen rond de aanval te bespreken. Militaire commandanten, dienstchefs en de woordvoerder van de president waren hierbij aanwezig. De woordvoerder benadrukte dat degenen die opdracht hebben gegeven voor de sabotage – waarbij alles wijst naar de Russische inlichtingendiensten – er alles aan zullen doen om te weten te komen waar het onderzoek naartoe gaat.
Het onderzoek naar het incident loopt nog en de autoriteiten zijn vastberaden om de verantwoordelijken voor deze daad van sabotage te vinden en te berechten. De sabotage van de spoorlijn heeft niet alleen materiële schade veroorzaakt, maar heeft ook de veiligheid en het vertrouwen in de regio aangetast. Het is van groot belang dat de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen en dat er maatregelen worden genomen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen.




























































