In de door oorlog verscheurde regio van Oekraïne heeft een drone-aanval schade toegebracht aan de beschermende schil van de kerncentrale Tsjernobyl. Deze schil werd oorspronkelijk opgericht om het weglekken van radioactiviteit na het beruchte ongeval van 1986 te voorkomen. Het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) heeft bevestigd dat de schade aan de schil zijn fundamentele veiligheidsfunctie heeft aangetast, waardoor het vermogen om radioactiviteit te beperken is aangetast.
De inspectie van de beschermende schil toonde aan dat er schade was opgelopen tijdens een drone-aanval in februari, drie jaar na het uitbreken van de oorlog met de invasie van het Russische leger. De directeur-generaal van het IAEA, Mariano Grossi, benadrukte dat het essentieel is om verdere achteruitgang te voorkomen en de nucleaire veiligheid op lange termijn te garanderen. Hoewel er al reparatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd, zal een totaal herstel van de schil nodig zijn.
De Oekraïense autoriteiten meldden dat de drone die de aanval uitvoerde van Russische afkomst was. Moskou ontkende echter elke betrokkenheid en legde de schuld bij het Oekraïense leger. De VN hebben bevestigd dat de stralingsniveaus normaal en stabiel blijven en dat er geen meldingen van lekkages zijn ontvangen.
De ramp van 1986 verspreidde radioactiviteit over heel Europa en leidde tot grootschalige mobilisatie van middelen om de gevolgen te beperken. De laatst overgebleven reactor van de fabriek werd in 2000 gesloten. Het Russische leger heeft de fabriek en het omliggende gebied bezet tijdens de eerste weken van de oorlog in Oekraïne.
De recente schade aan de beschermende schil van Tsjernobyl benadrukt de kwetsbaarheid van nucleaire installaties in conflictgebieden. Het is van het grootste belang dat internationale instanties samenwerken om verdere schade te voorkomen en de nucleaire veiligheid te waarborgen.





























































