Honderden migranten in Spanje werden uit een voormalige middelbare school gezet waar ze hun toevlucht hadden gezocht. De Spaanse politie voerde de grootste operatie tot nu toe uit in Badalona, Noordoost-Spanje, waarbij het gebouw ontruimd werd op bevel van burgemeester Javier García Albiol, die dicht bij de conservatieve oppositiepartij Popular Party staat. Er braken kleine botsingen uit tussen politieagenten, activisten en immigranten, maar de meesten vertrokken vreedzaam.
Op sociale media circuleren beelden van de ontruiming, waarbij te zien is hoe mensen hun bezittingen in kruiwagens droegen of met hun bagage op straat zaten. De burgemeester rechtvaardigde het besluit door te stellen dat het noodzakelijk is om illegaliteit en misdaad te bestrijden, die hij in verband brengt met illegale immigratie. Hij pleitte ook voor deportatie van degenen die de wet overtreden.
De centrale overheid van Spanje heeft een meer tolerante houding tegenover immigratie en benadrukt de economische voordelen die het met zich meebrengt. Terwijl andere EU-landen hun grenzen sluiten en extreemrechtse partijen steun krijgen door strengere controles te beloven, blijft Spanje open staan voor migranten. Echter, de huurdersvereniging en andere organisaties drongen er bij de autoriteiten op aan om alternatieve huisvestingsoplossingen te bieden voor de ongeveer 400 uitgezette mensen.
Veel migranten, zoals de 25-jarige Senegalees Boubacar, gaven aan geen andere keus te hebben dan op straat te slapen omdat ze nergens anders heen konden. De situatie benadrukt de voortdurende uitdagingen waarmee migranten worden geconfronteerd bij het zoeken naar een veilige plek om te verblijven. Het incident in Badalona werpt ook een licht op de verdeeldheid binnen Spanje over immigratie en de benadering van de autoriteiten ten opzichte van migranten die hun toevlucht zoeken in het land.





























































