In de wereld van veteranen, die hun leven en welzijn op het spel hebben gezet voor de veiligheid van hun land, speelt posttraumatische stressstoornis (PTSS) een verwoestende rol. Voor veel oud-militairen is de terugkeer naar een normaal leven na uitzendingen naar oorlogsgebieden als Afghanistan en Syrië niet alleen een kwestie van aanpassen aan de burgermaatschappij, maar ook het omgaan met de psychische gevolgen van hun ervaringen. Helaas blijkt uit recente getuigenissen dat de nazorg van Defensie vaak tekortschiet, wat niet alleen de veteranen zelf, maar ook hun gezinnen zwaar belast.
Een aantal gezinnen van veteranen heeft hun verhaal gedeeld, waarbij de impact van PTSS op het gezinsleven pijnlijk duidelijk wordt. Olav Hellebrand, een veteraan die diende in zowel Afghanistan als Syrië, belandde in een vicieuze cirkel van agressie en misbruik. Zijn vrouw, Debbie, merkte een dramatische verandering in zijn gedrag na zijn laatste uitzending. De verschrikkingen die hij had meegemaakt, leidden tot een beschermende houding tegenover zijn kinderen, maar maakten hem ook onbereikbaar voor zijn gezin. Debbie voelde zich vaak meer psychiater dan partner, wat de emotionele belasting van haar rol vergrootte.
Deze situatie is niet uniek. Judith van der Leeden voelde zich ook vaak een alleenstaande moeder door de gevolgen van de PTSS van haar man Dick. Jaren na zijn uitzending kreeg hij te maken met paniekaanvallen en werd de diagnose PTSS gesteld. Judith ontdekte dat de militaire hulpverlening niet voldeed aan haar verwachtingen en dat er weinig inzicht was in wat deze aandoening met een persoon en zijn omgeving kan doen. Het gebrek aan adequate informatie en ondersteuning voor de partners van veteranen maakt het moeilijk om samen de uitdagingen aan te gaan die PTSS met zich meebrengt.
Esmay, de dochter van veteraan Theo Wittens, deelt een vergelijkbaar verhaal. Haar vader worstelde jarenlang met woedeaanvallen en andere symptomen zonder dat het gezin zich bewust was van de oorzaak. Pas 21 jaar na zijn uitzending zocht hij professionele hulp. Esmay noemt PTSS een “sluipmoordenaar”, die niet alleen de veteraan zelf, maar ook zijn gezin in een strakke greep houdt. Het is een pijnlijke realiteit dat Defensie, ondanks de wettelijke zorgplicht, niet voldoende ondersteuning biedt aan gezinnen van veteranen.
Het Nederlands Veteranen Instituut, dat zich inzet voor de zorg van veteranen en hun gezinnen, ontvangt jaarlijks duizenden telefoontjes van mensen die worstelen met de gevolgen van PTSS. David Hogenkamp, directeur Zorg van het instituut, erkent dat er fouten worden gemaakt en dat partners soms niet de juiste ondersteuning of doorverwijzing krijgen. Dit bevestigt de zorgen van vele veteranenvrouwen die zich eenzaam en niet gehoord voelen in hun strijd om hulp.
Het is duidelijk dat de gevolgen van PTSS verder reiken dan de veteranen zelf. De emotionele en psychologische lasten die gezinnen dragen zijn enorm. Er is behoefte aan beter toegankelijke en effectievere nazorg, niet alleen voor de veteranen, maar ook voor hun partners en kinderen. De verhalen van deze gezinnen onderstrepen de urgentie van verandering in de manier waarop Defensie omgaat met de nazorg van degenen die hun leven hebben gewijd aan de bescherming van de vrijheid van anderen.
De huidige situatie roept vragen op over de verantwoordelijkheid van de overheid en Defensie in het waarborgen van de geestelijke gezondheid van veteranen en hun gezinnen. Het is van cruciaal belang dat er niet alleen aandacht is voor de militaire carrière, maar ook voor het leven na de dienst. De slachtoffers van oorlogsgeweld zijn niet alleen de soldaten, maar ook de gezinnen die met hen leven. Het is tijd voor een verschuiving in de benadering van veteranenzorg, waarbij de focus niet alleen ligt op de veteraan, maar ook op de impact op het hele gezin.