Syrië heeft maandag de voorlopige resultaten van een indirecte stemming voor een nieuw parlement gepubliceerd, wat een belangrijke stap is in het verwijderen van de achtergestelde leider Bashar al-Assad. Echter, er zijn zorgen geuit over de inclusie en rechtvaardigheid onder de nieuwe leiders. Ongeveer 6.000 leden van regionale verkiezingsinstanties hebben kandidaten gekozen uit voorbewerkte lijsten, wat resulteerde in de selectie van 119 leden voor het nieuwe parlement.
Vier van de gekozen leden komen van religieuze minderheden, waaronder een christen, een ismailitische moslim en twee Alawites. Daarnaast zijn er ook zes leden van etnische minderheden gekozen, waaronder drie Turken en drie Koerden, waarvan één vrouw. Dit toont enige diversiteit binnen het nieuwe parlement, maar er zijn nog steeds zorgen over de representatie van minderheden en vrouwen.
Een verkiezingswaarnemer beschreef het nieuwe parlement als overwegend soennitische moslims en mannen. Er is ook kritiek geuit op de korte termijn voor het indienen van bezwaren, wat de integriteit van het proces zou kunnen ondermijnen. Autoriteiten hebben aangegeven dat het indirecte stemsysteem werd gekozen vanwege een gebrek aan betrouwbare bevolkingsgegevens en veiligheidsredenen.
Er zijn nog steeds 21 stoelen leeg vanwege opschorting van de verkiezingen in gebieden buiten de overheidscontrole. Het is onduidelijk wanneer daar gestemd kan worden. De 70 leden die benoemd zullen worden door President Ahmed al-Saraa zullen een cruciale rol spelen bij het bepalen van de diversiteit en inclusie van het nieuwe parlement.
Onder het regime van Assad was de vertegenwoordiging van vrouwen en minderheden ook al laag. Vrouwelijke wetgevers vormden slechts 6% tot 13% van de wetgevende macht. Het nieuwe parlement zal nu moeten werken aan het verbeteren van de inclusie en vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen in Syrië.





























































