De Europese ministers van Binnenlandse Zaken kwamen gisteren bijeen in Warschau om te discussiëren over het migratiebeleid van de EU, waarbij de naam van de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump domineerde. Trump slaagde erin zijn Colombiaanse tegenhanger Gustavo Peter te dwingen om akkoord te gaan met de repatriëring van door de VS uitgezette migranten, wat Europese ambtenaren verraste.
De dreiging van Trump met 25% invoerrechten en intrekking van toegangsvisa tijdens hun confrontatie voor immigratie werd rechtstreeks besproken tijdens de vergadering van de EU-ministers. Er werd gesproken over de strategie om landen aan te pakken die terughoudend zijn om hun burgers terug te nemen die uit Europa worden gedeporteerd.
Europese functionarissen erkenden dat de methode van Trump uiterst effectief is, maar dat deze aanpak niet direct kan worden overgenomen in Europa. De EU staat onder druk van lidstaten die willen dat er ‘dringende’ maatregelen worden genomen om het deportatiebeleid te verbeteren, aangezien momenteel minder dan 20% van de deportatiebeslissingen wordt uitgevoerd.
Europese commissaris Magnus Brunner benadrukte dat Europa zich moet concentreren op zijn eigen beleid en niet te veel moet reageren op verklaringen uit de VS. De ministers zijn van plan om eind maart een nieuwe Europese visie te presenteren op het deporteren van onregelmatige immigranten, waarbij ze benadrukken dat Europa zijn eigen koers zal varen.
Al met al blijkt uit de discussies onder de EU-ministers dat het migratiebeleid en de druk vanuit de VS, met name van president Trump, een centrale rol spelen in de Europese beleidsvorming op dit gebied. Europa zoekt naar manieren om effectief om te gaan met migratievraagstukken en om een eigen koers te bepalen in deze complexe kwestie.