Het verzoeningsproces tussen Turken en Koerden, dat ongeveer drie maanden geleden werd gestart door de regeringspartner van president Recep Tayyip Erdogan, Devlet Bakhceli, heeft de aandacht getrokken. Bakhceli verraste de Turkse publieke opinie door voor te stellen om de gevangengenomen leider van de verboden Koerdische Arbeiderspartij (PKK), Abdullah Ocalan, uit te nodigen in het parlement om een toespraak te houden waarin hij opriep de wapens neer te leggen. Dit initiatief heeft geleid tot gesprekken tussen vertegenwoordigers van de pro-Koerdische DEM-partij, de Erdogan-regering en de oppositie.
Achter dit initiatief wordt gespeculeerd dat Erdogan mogelijk een nieuwe ambtstermijn wil nastreven na 2028, wat momenteel onder de huidige grondwet niet mogelijk is. Om dit doel te bereiken, heeft Erdogan mogelijk steun nodig van de pro-Koerdische partijen in het parlement. De Koerden vormen ongeveer 15 tot 20% van de Turkse bevolking, en het is van strategisch belang voor de regerende coalitie om hun steun te verkrijgen.
Eerdere initiatieven om aan de eisen van de Koerden te voldoen zijn mislukt. Desondanks geloven sommige politicologen dat Turkije dit chronische probleem op een vreedzame manier moet oplossen om verdere bloedvergieten te voorkomen. Het is echter moeilijk om succes te voorspellen, vooral in een tijd van autoritair centralisme en beperkingen op persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Naast het zoeken naar verzoening met de Koerden in eigen land, onderneemt Turkije ook actie tegen de Koerdische YPG-strijders aan de grens met Syrië. Ankara roept de Syrische overgangsregering op om de YPG-militie te ontbinden, maar dit wordt door Koerdische politicologen als onrealistisch beschouwd. Na jaren van strijd heeft de YPG zich gevestigd als een machtsfactor in Noord-Syrië en het is onwaarschijnlijk dat zij zomaar de wapens zullen neerleggen.
Al met al is het streven naar verzoening tussen Turken en Koerden een complex proces met verschillende politieke en strategische belangen. Het is afwachten hoe deze ontwikkelingen zich zullen voortzetten en of er daadwerkelijk vooruitgang geboekt kan worden in het verzoeningsproces tussen de twee groepen.