Het Braziliaanse Hooggerechtshof heeft het beroep van de voormalige extreemrechtse president Jair Bolsonaro tegen zijn gevangenisstraf van 27 jaar wegens een poging tot staatsgreep bij de verkiezingen van 2022 formeel verworpen. Hierdoor zijn zijn kansen om de gevangenis te ontlopen aanzienlijk verkleind. De rechtbank had vorige week al uitspraak gedaan in het beroep, maar moest het besluit nog bevestigen.
De 70-jarige voormalige extreemrechtse leider werd in september schuldig bevonden aan het zijn van de leider van een ‘criminele organisatie’ die samenspande om zijn ‘autoritaire machtsbehoud’ te verzekeren nadat zijn linkse rivaal Luiz Inacio Lula da Silva de verkiezingen van oktober 2022 had gewonnen. Volgens de aanklager omvatte dit plan de moord op Lula da Silva en een rechter van het Hooggerechtshof die verantwoordelijk was voor de zaak, Alexandre de Moraes. Maar het mislukte vanwege een gebrek aan steun van hoge militaire functionarissen.
Een gerechtelijke bron vertelde AFP dat de verdediging binnen vijf dagen een laatste beroep kon indienen. Dat beroep zou echter snel kunnen worden afgewezen door de heer Moraes, wat het proces zou beëindigen. Bolsonaro, die sinds augustus onder huisarrest staat, zou daarom in de laatste week van november de gevangenis in kunnen gaan.
Vanwege gezondheidsproblemen die verband houden met de gevolgen van een steekwond in de buik in 2018, kon hij de rechtbank vragen hem toe te staan zijn straf thuis uit te zitten, zoals gebeurde in de zaak van voormalig president Fernando Collor de Mayo, die wegens corruptie tot acht jaar gevangenisstraf werd veroordeeld.
De situatie van Bolsonaro lijkt dus steeds benauwder te worden en het lijkt erop dat hij de gevangenisstraf niet kan ontlopen. Het is afwachten hoe deze zaak zich verder zal ontwikkelen en welke gevolgen dit zal hebben voor de politieke situatie in Brazilië.





























































