De Colombiaanse president Gustavo Petro ontkende onlangs elke vorm van militaire samenwerking met rebellen die controles wilden vermijden en wapens wilden verwerven. Dit kwam naar voren nadat het Caraco-netwerk verslagen had uitgezonden van gesprekken en communicatie tussen een hoge militaire officier en een topfunctionaris van de inlichtingendienst, waaruit bleek dat ze cruciale informatie deelden met een dissidente factie van de voormalige FARC.
Generaal Juan Manuel Huertas en inlichtingenofficier Wilmar Mejia zouden naar verluidt van plan zijn geweest een particulier beveiligingsbedrijf op te richten om rebellen in gepantserde voertuigen te laten reizen, wapens te dragen en controles te vermijden. President Petro heeft deze informatie echter afgedaan als vals en beschuldigde de CIA, de Amerikaanse spionagedienst, ervan de publieke opinie in Colombia te willen manipuleren.
Het schandaal komt op een moment dat de VS druk uitoefenen op de regering van Petro vanwege vermeend gebrek aan actie tegen de drugshandel in Colombia, ‘s werelds grootste cocaïneproducent. President Trump heeft Petro zelfs beschuldigd van betrokkenheid bij drugshandel zonder enig bewijs te leveren, wat heeft geleid tot sancties tegen Petro en zijn familieleden door het Amerikaanse ministerie van Financiën.
De beschuldigingen en het daaropvolgende schandaal werpen een schaduw op de relatie tussen Colombia en de Verenigde Staten, met Washington die miljoenen dollars aan hulp aan Bogota heeft ingetrokken. Petro blijft echter volhouden dat de beschuldigingen ongegrond zijn en probeert de rol van de CIA in het verspreiden van deze informatie aan de kaak te stellen.





























































