Genetisch onderzoek heeft onlangs onthuld wanneer de huiskat voor het eerst verscheen in Europa, en het blijkt dat dit ongeveer tweeduizend jaar geleden was. Deze belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van katten viel samen met het vroege Romeinse Rijk, zo blijkt uit een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift “Science”.
Deze ontdekking werpt nieuw licht op de eeuwenlange relatie tussen katten en mensen. Hoewel de exacte oorsprong van de domesticatie van katten lange tijd een mysterie is geweest, tonen de genetische gegevens aan dat katten vanuit Noord-Afrika naar Europa zijn gebracht tijdens de bloeiperiode van de maritieme handel.
Deze katten werden waarschijnlijk aan boord van schepen meegenomen om muizen te jagen, aangezien deze schepen graan vervoerden vanuit Egypte naar havens in Europa. De genoomgegevens tonen aan dat er twee introducties van katten vanuit Noord-Afrika naar Europa waren, waarbij de genetische basis van de moderne Europese huiskat werd gelegd.
Deze bevindingen tonen aan dat de domesticatie van katten een complex proces was dat werd beïnvloed door verschillende regio’s en culturen in Noord-Afrika. Katten waren niet alleen nuttige muizenjagers, maar speelden ook een belangrijke rol in religieuze en symbolische contexten, zoals in het oude Egypte en het Romeinse Rijk.
Hoewel de exacte tijd en plaats van de eerste domesticatie van katten nog steeds onduidelijk zijn, is het duidelijk dat de relatie tussen katten en mensen diep verankerd is in de menselijke samenleving, economieën en geloofssystemen. Deze nieuwe inzichten uit genetisch onderzoek helpen wetenschappers om de complexe geschiedenis van de huiskat verder te ontrafelen.





























































