Na een hinderlaag in centraal Syrië waarbij een konvooi van Syrische en Amerikaanse soldaten betrokken was en waarbij drie doden en drie gewonden vielen, heeft president Donald Trump gezworen wraak te nemen. Hij benadrukte dat het een ISIS-aanval was en dat de Verenigde Staten en Syrië het doelwit waren. Op social media en in verklaringen uitte Trump zijn medeleven met de slachtoffers en hun families, en verklaarde dat de gewonden naar verluidt in goede conditie verkeren.
De Amerikaanse missie in Palmyra, waar de aanval plaatsvond, was gericht op het ondersteunen van anti-IS/terrorismebestrijdingsoperaties in de regio. De aanval wordt momenteel onderzocht, volgens een verklaring van een Amerikaanse functionaris. Tom Barak, de Amerikaanse ambassadeur in Turkije en speciaal gezant voor Syrië, veroordeelde de aanval en benadrukte de toewijding van de Verenigde Staten aan de strijd tegen terrorisme, samen met hun Syrische partners.
Het incident markeert het eerste bekende geweld sinds een islamitische coalitie een jaar geleden de macht greep in Syrië en het regime van Bashar al-Assad omverwierp. Het bezoek van de Amerikaanse delegatie aan Palmyra wordt gezien als een strategie om de Amerikaanse aanwezigheid in Syrië uit te breiden, vooral in woestijngebieden waar IS-strijders nog steeds sporadische aanvallen lanceren.
Ondanks de nederlaag van IS in 2019 blijven de strijders van de jihadistische groep actief in de uitgestrekte Syrische woestijn. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten meldde dat het bezoek van de Syrische interim-president Ahmad al-Sara aan Washington vorige maand resulteerde in Damascus die zich aansloot bij de internationale coalitie tegen IS.
De situatie in Syrië blijft dus fragiel en onvoorspelbaar, met voortdurende dreigingen van terrorisme en geweld. Het is duidelijk dat de Verenigde Staten vastbesloten zijn om samen met hun partners in de regio op te treden tegen deze dreigingen en om de veiligheid en stabiliteit in Syrië te waarborgen.
