Duitse autoriteiten overwegen Tunesië, Oeganda en een land uit het Midden-Oosten als mogelijke locaties voor ‘terugkeercentra’ voor migranten die momenteel in Duitsland wonen. Volgens de krant Bild geven de federale overheid en Nederland voorrang aan de twee Afrikaanse landen, vooral in het geval van Oeganda waar samenwerking met Nederland wordt gepland. Het hoofddoel van deze centra is om immigranten terug te sturen naar Afrika bezuiden de Sahara.
Tunesië wordt beschouwd als een veilige optie voor de deportatie van immigranten die uit het land zelf komen, maar ook uit Algerije en Marokko. Echter, deportaties naar deze landen verlopen vaak moeizaam vanwege het feit dat Algerije, Marokko en Mauritanië weigeren hun burgers terug te nemen en geen paspoorten afgeven. Dit heeft geleid tot een toename van criminaliteit onder immigranten uit deze regio, waar Noord-Afrikanen na Afghanen en Syriërs de meest veroordeelde criminelen in Duitsland zijn.
Naast de genoemde landen, zoekt Duitsland ook naar locaties voor soortgelijke faciliteiten in samenwerking met andere EU-lidstaten. De Koerdische regio in Noord-Irak wordt beschouwd als een mogelijke locatie vanwege de veiligheid, economische en politieke stabiliteit. De logica achter de ‘terugkeercentra’ is om deze zo dicht mogelijk bij de landen van herkomst van de immigranten te creëren. Immigranten wiens asielaanvraag is afgewezen en die niet vrijwillig meewerken aan het asielproces zullen gedwongen worden teruggestuurd naar hun land van herkomst.
Indien de terugkeer naar het land van herkomst mislukt, zullen de immigranten worden overgeplaatst naar een van de nieuwe ‘transithubs’. De landen waar de centra worden gebouwd zullen naar verwachting ook financiële beloningen ontvangen. Het doel van deze faciliteiten is om een efficiënter terugkeerbeleid te bevorderen en te voorkomen dat immigranten illegaal in Duitsland verblijven.





























































