Bij de recente lokale verkiezingen in Italië heeft centrumlinks de overhand gekregen in de regio’s Bari en Napels, terwijl centrumrechts de regio Veneto heeft gewonnen. De alliantie van centrumlinks, de Vijf Sterren Beweging en kleine centristische krachten lijken de meerderheid te behalen in de regio’s met de hoofdsteden Napels en Bari. In Apulië heeft Antonio Decarro, lid van het Europees Parlement en voormalig burgemeester van Bari, een sterke voorsprong van 69% behaald als regionale gouverneurskandidaat. In Campagne, met Napels als hoofdstad, leidt Roberto Fico, voormalig parlementsvoorzitter en Vijfsterrenbestuurder, met 59%.
In de regio Veneto wordt voorspeld dat de kandidaat van de Liga, Alberto Stefani, zal winnen met een percentage van 60,5%. Deze resultaten lijken de politieke balans niet te veranderen, aangezien Campanië en Apulië al een centrumlinkse regionale gouverneur hadden en Veneto een centrumrechtse. Een opvallend element is de aanzienlijke daling van de kiezersparticipatie, met Veneto als regio met de laagste opkomst van slechts 44,6%, een daling van 16 punten vergeleken met de vorige lokale verkiezingen. In Apulië stemde in 2020 56,4% van het electoraat, terwijl dit percentage nu niet boven de 41,8% uitkomt. In Campanië, waar het belangrijkste stedelijke centrum de megalopolis van het Italiaanse Zuiden is, was er een daling van 11 punten in de opkomst, met een percentage van 44%.
Deze lokale verkiezingen laten zien dat de politieke situatie in Italië nog steeds verdeeld is tussen centrumlinks en centrumrechts, met verschillende regio’s die verschillende politieke voorkeuren hebben laten zien. Het is nu afwachten hoe deze verkiezingsresultaten de regionale politiek en het beleid zullen beïnvloeden in de komende periode.





























































