In december vertraagde de inflatie in de eurozone tot 2,9%, volgens voorlopige gegevens van Eurostat. Terwijl sterke economieën zoals Duitsland en Spanje te maken kregen met een stijging van de inflatie, lieten de cijfers in Griekenland een kleine daling zien van de geharmoniseerde consumentenprijsindex van 3% in november naar 2,9%.
De voedselprijzen droegen positief bij aan de neerwaartse trend in Griekenland, terwijl de energieprijzen in de laatste maand van 2024 stegen. Op het niveau van de eurozone versnelde de inflatie van 2,2% in november naar 2,4%, wat aangeeft dat de doelstelling van 2% nog niet is bereikt. De ECB voorspelt dat deze doelstelling mogelijk in het laatste kwartaal van 2025 kan worden bereikt, maar externe factoren zoals aardgasprijzen en importheffingen kunnen dit perspectief beïnvloeden.
Griekenland registreerde de negende hoogste inflatie in de eurozone, met een daling in het stijgingstempo van de prijzen voor voedingsmiddelen, dranken en tabak. In de dienstensector bleef het prijsstijgingstempo onveranderd. Op eurozone-niveau bleven de prijzen in de voedingsmiddelen-, dranken- en tabakssector stabiel, terwijl de prijzen in de dienstensector en de niet-gefabriceerde goederen stegen.
In Duitsland steeg de inflatie in december sterker dan verwacht naar 2,9%, terwijl in Spanje de inflatie ook toenam van 2,4% in november naar 2,8% in december. Stijgingen in brandstofprijzen en uitgaven voor vrijetijdsbesteding en cultuur droegen bij aan de stijging van de inflatie in Spanje. Eurostat blijft de inflatie in de eurozone nauwlettend volgen om trends en ontwikkelingen op de markt te analyseren.