De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft vandaag voor het eerst richtlijnen geïntroduceerd om de preventie, diagnose en behandeling van onvruchtbaarheid te verbeteren. Volgens Dr. Pascal Alotey, directeur van de afdeling seksuele en reproductieve gezondheid bij de WHO, zal één op de zes mensen wereldwijd tijdens hun leven te maken krijgen met onvruchtbaarheid. Het probleem treft individuen en paren in alle regio’s en ongeacht het inkomensniveau, maar de toegang tot veilige en betaalbare behandelingen blijft uiterst ongelijk.
Onvruchtbaarheid is gedefinieerd als het onvermogen om zwanger te worden na twaalf of meer maanden van regelmatige, onbeschermde geslachtsgemeenschap. Deze aandoening kan leiden tot sociale stigma’s en financiële problemen. In veel landen worden de kosten voor het testen en behandelen van onvruchtbaarheid grotendeels gedragen door de patiënten, wat kan leiden tot “catastrofale” financiële lasten. Zo kan een enkele cyclus in-vitrofertilisatie (IVF) in sommige gevallen twee keer zoveel kosten als het gemiddelde jaarlijkse gezinsinkomen.
Om deze reden heeft de WHO veertig aanbevelingen uitgebracht om de opname van onvruchtbaarheidsbehandelingen in nationale gezondheidsstrategieën te ondersteunen. Het doel is om deze behandelingen veiliger, rechtvaardiger en betaalbaarder te maken. Daarnaast schetst de WHO richtlijnen voor effectief klinisch beheer van onvruchtbaarheid, zowel op het gebied van diagnose als behandeling.
De WHO beveelt ook aan om de investeringen in preventie te verhogen en de belangrijkste risicofactoren voor onvruchtbaarheid aan te pakken, zoals onbehandelde seksueel overdraagbare aandoeningen en roken. Deze nieuwe richtlijnen zullen hopelijk bijdragen aan een verbeterde aanpak van onvruchtbaarheid wereldwijd en zorgen voor betere toegang tot veilige en effectieve behandelingen voor mensen die het nodig hebben.





























































