De Amerikaanse president Donald Trump heeft aangegeven dat hij de berichten over een dubbele dodelijke aanval op een speedboot in de Caribische Zee zal onderzoeken. Deze aanval vond plaats op 2 september en werd uitgevoerd door Amerikaanse strijdkrachten op een hogesnelheidsschip dat drugs naar de Verenigde Staten vervoerde. Volgens berichten van de Washington Post en CNN waren er twee overlevenden van de aanval, die werden gespot door een drone die in de omgeving vloog.
Na de eerste aanval lanceerden de Amerikaanse strijdkrachten een tweede aanval om de twee overlevenden op het brandende schip te doden. Minister van Defensie Pete Hegseth overhandigde Trump informatie over de aanval en de overlevenden. Trump zei dat hij de versie van Hegseth geloofde en dat hij ervan uitging dat er geen mondeling bevel was gegeven om alle bemanningsleden aan boord van het schip te vermoorden.
Er zijn echter bronnen die beweren dat het bevel was om iedereen te vermoorden, wat door Hegseth werd bestempeld als “nepnieuws”. Trump benadrukte dat hij niet geloofde dat een dergelijke vergeldingsactie had plaatsgevonden en dat het Amerikaanse leger “geweldig werk” doet in de strijd tegen drugshandel in het Caribisch gebied.
Sinds september voert het Amerikaanse leger aanvallen uit op hogesnelheidsschepen in het Caribisch gebied en het oostelijke deel van de Stille Oceaan in de strijd tegen de drugshandel. Volgens Washington hebben ze meer dan twintig aanvallen uitgevoerd, waarbij minstens 83 mensen zijn omgekomen. Het Amerikaanse ministerie van Justitie verzekert dat deze operaties legaal zijn, maar de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, Volker Turk, is het daar niet mee eens en spreekt van “substantiële aanwijzingen” van “buitengerechtelijke executies”.





























































