Naar verluidt heeft de ELN (Army of National Liberation) een aanval gelanceerd op een strijdkrachtenbasis in Colombia, waarbij minstens zes soldaten om het leven zijn gekomen en verschillende anderen gewond zijn geraakt. Minister van Defensie, Pedro Sanchez, heeft de terroristische daad van het ELN veroordeeld en meldde dat er 28 gewonden waren als gevolg van de aanval. De aanval vond plaats in een gemeente nabij de grens van Colombia en Venezuela, waarbij onbemande luchtvaartuigen en explosieven werden gebruikt.
De Colombiaanse chef van de generale staf van de nationale defensie, Luis Emilio Cardoso, heeft ook de verantwoordelijkheid opgeëist voor de aanval op het ELN. De ELN heeft de aanval beschreven als een daad van verzet tegen het ‘imperialisme’ van de Verenigde Staten en de militaire dreigingen in de regio. Deskundigen waarschuwen dat de agressiviteit van het Witte Huis de rebellenacties zou kunnen versterken.
De ELN, een extreem-linkse organisatie opgericht in 1964, heeft zo’n 5.800 leden en is actief in meer dan 20 procent van de gemeenten in Colombia. De organisatie wordt naar verluidt gefinancierd door drugshandel, mijnbouw en ontvoering voor losgeld. Colombia heeft al zestig jaar te maken met een burgeroorlog waarbij verschillende gewapende groepen betrokken zijn, met ruim 220.000 doden tot gevolg.
Ondanks een historisch vredesakkoord met de voormalige FARC, wordt Colombia nu geconfronteerd met de ernstigste veiligheidscrisis in jaren. President Gustavo Petro heeft geprobeerd te onderhandelen met het ELN en andere gewapende groepen om hun activiteiten te beëindigen, maar de gesprekken zijn vastgelopen. De aanval van gisteren is een van de vele acties die aan het ELN zijn toegeschreven, waardoor de veiligheidssituatie in Colombia steeds zorgwekkender wordt.





























































