Een recent artikel in het New England Journal of Medicine beschrijft een belangrijke klinische studie geleid door professor Meletio (Thanos) Dimopoulos, waarin de behandeling van asymptomatisch multipel myeloom werd onderzocht. Deze aandoening wordt gezien als een tussenliggende fase tussen een onbepaalde monoklonale gammapathie en symptomatisch multipel myeloom, met een verhoogd risico op progressie naar actieve ziekte bij bepaalde patiënten.
De klinische studie genaamd Aquila was een internationale, multicenter, gerandomiseerde fase 3 studie waarbij de efficiëntie van behandeling met daratumumab werd onderzocht bij patiënten met een hoog risico op progressie naar symptomatisch multipel myeloom. De resultaten toonden aan dat patiënten die daratumumab kregen aanzienlijk minder risico liepen op ziekteprogressie of overlijden in vergelijking met de groep die alleen werd gemonitord.
Het onderzoek toonde ook een neiging tot verbeterde algehele overleving bij patiënten die daratumumab ontvingen. Bijwerkingen van de behandeling waren over het algemeen beheersbaar en bestonden voornamelijk uit infecties en reacties op de injectieplaats. Deze resultaten benadrukken het belang van vroege therapeutische interventie bij patiënten met hoog-risico asymptomatisch multipel myeloom om de progressie van de ziekte te vertragen en de huidige monitoringpraktijken te herzien.
De publicatie van deze studie werd ondersteund door een redactionele opmerking getiteld “Richt op de tumor en het immuunsysteem bij het smeulen van multipel myeloom” door Francesco Maura MD en P. Leif Bergsagel MD. Dit benadrukt het belang en de relevantie van de bevindingen van de studie voor de medische gemeenschap en de behandeling van multipel myeloom.
Al met al werpt deze innovatieve publicatie een nieuw licht op de behandeling van asymptomatisch multipel myeloom en biedt hoop voor patiënten met een hoog risico op progressie naar symptomatische ziekte.