Duizenden demonstranten in Damascus en andere Syrische steden hebben de dodelijke Israëlische aanvallen in het zuiden van het land veroordeeld tijdens bijeenkomsten ter gelegenheid van de eerste verjaardag van het begin van de strijd die leidde tot de val van Bashar al-Assad. Overgangspresident Ahmad al-Sara riep de Syriërs op om het begin van het offensief te herdenken van de islamistische coalitie die hij leidde en die op 8 december aan de macht kwam.
In Damascus, Aleppo, Homs, Hama en Lattakia hieven de demonstranten Syrische vlaggen en riepen zowel islamitische als pro-Sara-slogans. Spandoeken met de tekst “Stop de Israëlische aanvallen” en “Beit Jin maakt ons trots” werden omhoog gehouden door de deelnemers. Een 29-jarige demonstrant in Damascus verklaarde: “Nadat we Bashar al-Assad hebben verslagen, zullen we Israël verslaan.”
Al-Sara had opgeroepen tot het tonen van vreugde op de eerste verjaardag van de val van Assad en om de nationale eenheid van Syrië te benadrukken. De bijeenkomsten vonden plaats te midden van anti-regeringsprotesten in steden die voornamelijk worden bevolkt door Alawieten, de minderheid waar Assad vandaan komt en die sinds zijn val het doelwit is geweest van aanvallen.
Op 27 november 2024 lanceerde een rebellencoalitie een bliksemoffensief vanuit Idlib, waarbij ze de controle over de grootste steden van Syrië overnamen en uiteindelijk Damascus bereikten, waarmee een einde kwam aan de heerschappij van de familie Assad die tientallen jaren had geduurd.
De demonstraties laten zien dat de strijd in Syrië nog lang niet voorbij is en dat de bevolking nog steeds strijdt voor vrijheid en rechtvaardigheid. Het is duidelijk dat de gebeurtenissen van de afgelopen jaren diepe wonden hebben achtergelaten in het land, maar de vastberadenheid van de Syriërs om te blijven vechten voor verandering blijft onverminderd.





























































