Een dodelijke explosie heeft acht mensen het leven gekost in een moskee van de Alawitische minderheid in de Syrische stad Homs tijdens het vrijdaggebed, zo meldde het Syrische persbureau SANA. Het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken heeft bevestigd dat 21 mensen gewond zijn geraakt bij de explosie. Volgens de persdienst van de stad Homs is er een explosief ontploft in de Ali bin Abi Talib-moskee en hebben de veiligheidstroepen het gebied afgezet.
Tot nu toe heeft niemand de verantwoordelijkheid voor de aanval opgeëist. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten meldde dat het nog niet mogelijk was om vast te stellen of de explosie werd veroorzaakt door een zelfmoordaanslag of een explosief. De stad Homs wordt bewoond door een overwegend soennitische bevolking en omvat verschillende districten die worden bewoond door de Alawitische minderheid.
De Alawitische moslimminderheid is de thuisbasis van president Bashar al-Assad, die in december 2024 werd omvergeworpen door een coalitie van soennitische islamitische rebellengroepen onder leiding van de Syrische interim-president, Ahmed al-Sara. Sindsdien is de gemeenschap het doelwit van aanvallen. Volgens een nationale onderzoekscommissie zijn minstens 1.426 leden omgekomen bij botsingen in maart tussen veiligheidstroepen en mannen die loyaal waren aan Bashar al-Assad in West-Syrië.
Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten meldde dat in maart ruim 1.700 mensen, voornamelijk leden van de Alawitische minderheid, zijn vermoord. De dodelijke aanval wordt gezien als een “wanhopige poging” om het land te destabiliseren, aldus het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken. Het ministerie verklaarde dat deze brute daad een van de vele desperate en herhaalde pogingen is om de veiligheid en stabiliteit in Syrië te ondermijnen en chaos te verspreiden. Het ministerie heeft beloofd om terrorisme in al zijn vormen te bestrijden.






























































