EU versoepelt de regelgeving voor boeren door het verminderen van controles en het verhogen van betalingen voor kleine boeren. Het principeakkoord, dat nog moet worden bekrachtigd door de Europese Raad en het Parlement, heeft als doel de administratieve kosten voor lidstaten te verlagen en de landbouwsector naar schatting 1,6 miljard euro aan nalevingskosten te besparen. Na onderbroken onderhandelingen in oktober vanwege meningsverschillen over milieunormen, is er nu overeenstemming bereikt.
Minister Jacob Jensen van Denemarken, dat momenteel het voorzitterschap van de Raad van de EU bekleedt, benadrukte dat boeren meer flexibiliteit zullen krijgen bij de toepassing van groene normen. Het nieuwe pakket maatregelen introduceert onder andere een limiet van één jaarlijkse inspectie ter plaatse, verhoogt de forfaitaire betalingen voor kleine boeren van 1.250 euro tot 3.000 euro en vermindert boetes en controles voor kleine telers van velden tot 30 hectare.
Onder het akkoord blijft het voorstel van de Commissie gehandhaafd om lidstaten in staat te stellen fondsen te verstrekken aan boeren die worden getroffen door natuurlijke rampen of ongunstige weersomstandigheden. Eurogroepen reageerden positief op het akkoord en benadrukten dat Europa naar de boeren luistert. De Europese Volkspartij (EVP), Socialisten en Democraten, Liberalen en Groenen hebben compromisvoorstellen ontvangen van de Commissie met betrekking tot de nieuwe, zevenjarige Europese begroting (2028-2034).
Alleen de EVP steunt het voorstel zonder voorbehoud, terwijl andere eurogroepen de voorstellen van de Commissie als een stap in de goede richting beschouwen, maar terughoudend zijn over hun houding in de komende periode. Een akkoord over de nieuwe begroting wordt eind 2026 verwacht. De politieke betekenis van het akkoord blijkt uit de reacties en het feit dat Europa blijft streven naar steun voor boeren, vooral in tijden van crisis.






























































