De ambassadeur van Soedan bij de Europese Unie, Abdelbaghi Kabir, heeft de EU-landen gewaarschuwd voor de verkoop van wapens aan de Verenigde Arabische Emiraten, die naar verluidt worden gebruikt in de gevechten in Soedan. Volgens Kabir kunnen deze Europese wapens bijdragen aan de wreedheden die worden gepleegd in de burgeroorlog in het land.
In Soedan is er een openlijk conflict ontstaan tussen generaal Abdel Fattah al-Burhan en generaal Mohamed Hamdan Dagalo, ook wel bekend als Hamedi. De burgeroorlog in Soedan heeft geleid tot etnisch gemotiveerd geweld, waarbij de paramilitairen van de Rapid Support Forces (RSF) worden beschuldigd van massamoorden op burgers, gedwongen ontheemdingen en systematisch seksueel geweld.
De situatie in Soedan wordt door de Verenigde Naties beschreven als een van de ergste humanitaire crises ter wereld, met tienduizenden doden en naar schatting 25 miljoen mensen die met extreme honger te maken hebben. Kabir benadrukte dat de EU haar morele verantwoordelijkheid moet nemen en moet voorkomen dat Europese wapens in conflictgebieden zoals Soedan terechtkomen.
Er zijn rapporten naar voren gekomen waaruit blijkt dat wapens van Europese makelij, waaronder munitie uit Bulgarije en militair materieel uit het Verenigd Koninkrijk, in Soedan zijn beland. Amnesty International heeft ook gemeld dat IS-strijders gepantserde voertuigen van de VAE gebruiken met Franse militaire systemen.
De regering van de Verenigde Arabische Emiraten ontkent elke betrokkenheid bij de wreedheden die worden gepleegd in Soedan en benadrukt dat zij een strikt exportcontrolesysteem hanteert in overeenstemming met het internationaal recht. Kabir dringt er bij de EU op aan om ervoor te zorgen dat haar wapens niet worden doorverkocht aan partijen in conflictgebieden en benadrukt dat deze wapens niet bedoeld waren voor gebruik door derden.





























































