Nazi “Lyon’s Butcher” Claus Barbi speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de cocaïnehandel in Latijns-Amerika. Volgens het Duitse tijdschrift Der Spiegel werkte Barbi nauw samen met Roberto Suarez, de Boliviaanse drugsbaron, en legde hij de basis voor de opkomst van Pablo Escobar en het beruchte Medellin-kartel. Zonder zijn hulp zouden deze drugsbaronnen niet zo snel hebben kunnen groeien.
Barbi, die bekend stond onder de alias Claus Altman, ontmoette Escobar in de late jaren zeventig en werd zijn beveiligingsadviseur. Deze voormalige Gestapo-leider, berucht als de “slager van Lyon” voor zijn gruwelijke daden tijdens de Tweede Wereldoorlog, was verantwoordelijk voor duizenden moorden, martelingen en deportaties naar concentratiekampen.
Na de oorlog werd Barbi gezocht door de Franse justitie en vluchtte hij in 1951 naar Bolivia. Daar werd hij een adviseur voor de Boliviaanse presidenten en speelde hij een sleutelrol in het versterken van de banden tussen het leger en de drugsdealers. Samen met Suarez en Escobar zorgde hij ervoor dat cocaïne naar de Verenigde Staten kon worden gesmokkeld.
Het geld van de drugsindustrie werd gebruikt om militair materieel te financieren en zelfs een staatsgreep in 1980 te ondersteunen. Barbi en Suarez stonden aan het hoofd van een corrupt regime dat gedijde op drugshandel en geweld. De CIA was op de hoogte van Barbi’s betrokkenheid bij drugshandel, maar pas in 1982 werd de militaire alliantie met drugsdealers ontmanteld en werd Suarez uiteindelijk in 1988 gearresteerd.
Barbi werd in 1983 in Frankrijk berecht voor misdaden tegen de menselijkheid en stierf in 1991 in de gevangenis op 77-jarige leeftijd. Zijn rol in het faciliteren van de opkomst van drugsbaronnen als Escobar en Suarez blijft een duistere bladzijde in de geschiedenis van de internationale drugshandel.