De regering-Trump heeft haar steun uitgesproken voor het opheffen van de Caesar Act-sancties tegen Syrië. Dit standpunt werd bekendgemaakt door de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken tijdens de discussies over het wetsvoorstel over de National Defense Act in het Amerikaanse Congres. Volgens de woordvoerder onderhouden de Verenigde Staten regelmatig contact met regionale partners en verwelkomen zij elke investering of betrokkenheid in Syrië die de mogelijkheid biedt voor alle Syriërs om een vreedzaam en welvarend land te hebben.
Het opheffen van de sancties tegen Syrië is een controversiële kwestie, aangezien de Caesar Act werd ingesteld om de Syrische regering te straffen voor schendingen van de mensenrechten en oorlogsmisdaden. De wet werd in juni 2020 ondertekend door president Trump en legde beperkingen op aan de handel en financiële transacties met het regime van president Bashar al-Assad.
De steun van de regering-Trump voor het opheffen van de sancties kan worden gezien als een verschuiving in het Amerikaanse buitenlandbeleid ten aanzien van Syrië. Eerder hadden de Verenigde Staten zich sterk verzet tegen het regime van Assad en steunden zij verschillende oppositiegroepen in het land. Nu lijkt het erop dat de regering-Trump een meer pragmatische benadering kiest en zoekt naar manieren om de betrekkingen met Syrië te normaliseren.
Critici van het opheffen van de Caesar Act-sancties vrezen echter dat dit de Syrische regering in de kaart speelt en haar in staat stelt om ongestraft door te gaan met haar repressieve beleid. Ze wijzen erop dat het regime van Assad verantwoordelijk is voor grootschalige schendingen van de mensenrechten en dat het opheffen van de sancties een verkeerd signaal zou kunnen sturen.
Het is nog onduidelijk hoe het Congres zal reageren op het voorstel om de Caesar Act-sancties op te heffen. Sommige wetgevers hebben zich al uitgesproken tegen het opheffen van de sancties, terwijl anderen juist pleiten voor een meer diplomatieke benadering ten aanzien van Syrië. Het is afwachten hoe deze discussie zich verder zal ontwikkelen en welke gevolgen dit zal hebben voor de situatie in Syrië en de bredere regio.






























































