Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft vandaag een belangrijke uitspraak gedaan met betrekking tot de richtlijn inzake een adequaat minimumloon in de EU-lidstaten. De Europese Commissie heeft deze uitspraak verwelkomd en benadrukt dat een adequaat minimumloon essentieel is voor sociale rechtvaardigheid en een productieve economie. Het beschermt de koopkracht van werknemers, vermindert loonongelijkheid en armoede, en draagt bij aan het overbruggen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen.
Voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie noemde het besluit van het Hof een mijlpaal voor de Europeanen en benadrukte dat werk echt lonend moet zijn. De uitspraak van het Hof versterkt het Europese sociale model, gebaseerd op eerlijke lonen en krachtige collectieve onderhandelingen. Dit is goed nieuws voor werknemers met lage lonen en werkgevers die eerlijke lonen betalen.
Sinds de richtlijn in 2022 werd aangenomen, zijn de minimumlonen in heel Europa snel gestegen, wat heeft geleid tot een verbetering van de levensstandaard van miljoenen werknemers. De richtlijn streeft ernaar ervoor te zorgen dat minimumlonen in elke lidstaat werknemers een fatsoenlijk levensonderhoud bieden, rekening houdend met de kosten van levensonderhoud en het beloningsniveau.
Het Hof heeft het verzoek van Denemarken om de richtlijn nietig te verklaren afgewezen en erkent dat de richtlijn een solide rechtsgrondslag heeft. De bepalingen van de richtlijn over collectieve onderhandelingen voor de vaststelling van lonen zijn geldig en noodzakelijk om het minimumloon te beschermen. De Europese Commissie zal blijven streven naar de volledige en correcte implementatie van de richtlijn in alle lidstaten.
De uitspraak van het Hof heeft geen invloed op de wetgeving die door de lidstaten is aangenomen om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. De Europese Commissie zal blijven werken aan het bevorderen van sociale rechtvaardigheid en eerlijke lonen in de EU-lidstaten.





























































