Een jaar na de val van Bashar al-Assad lijkt Syrië in een nieuwe fase te zijn beland. De voormalige rebellenleider Ahmed al-Saraa, beter bekend als Abu Muhammad al-Jolani, heeft de rol van waarnemend president op zich genomen. Ondertussen verblijft Assad in een soort “vergulde ballingschap” in Rusland. Het land ligt echter nog steeds in puin, met verwoeste steden en dorpen als gevolg van de langdurige oorlog.
Saraa heeft internationaal steun weten te verwerven als de hoop op een stabiele toekomst voor Syrië. Zo had hij een ontmoeting met de Amerikaanse president Donald Trump, die hem prees als een “jonge, aantrekkelijke en stoere kerel”. Echter, Saraa’s gezag strekt zich niet uit tot alle delen van het land. Het noordoosten wordt gedomineerd door Koerden, terwijl de Druzen in het zuiden streven naar autonomie met steun van Israël.
De Alawieten, de sekte van Assad, vrezen voor vergeldingsacties na de bloedbaden die zij hebben ondergaan. Ook de christelijke gemeenschappen leven in angst. Een jaar geleden waren de nieuwe machthebbers in Damascus voornamelijk soennitische islamisten, met Saraa als leider. Ondanks zijn verleden bij Al-Qaeda heeft hij een pragmatisch wereldbeeld ontwikkeld om het diverse Syrië te kunnen besturen.
De situatie in Syrië blijft complex en fragiel. De wederopbouw van het land is een urgente uitdaging, terwijl de geopolitieke belangen van verschillende partijen blijven meespelen. Het is nog onduidelijk hoe de toekomst van Syrië eruit zal zien, maar één ding is zeker: de nalatenschap van Assad heeft diepe sporen achtergelaten in het land.





























































