Syrië heeft de eerste parlementsverkiezingen gehouden na het omverwerpen van Bashar al-Assad, wat wordt gezien als een kritische maar controversiële stap in de overgang van het land na bijna 14 jaar oorlog. Op zondag kwamen leden van de verkiezingsorganen bijeen om te stemmen op de nieuwe 210 parlementsleden van de People’s Assembly. Echter, de procedure is al bekritiseerd als niet-democratisch, aangezien een derde van de leden rechtstreeks door de tijdelijke president Ahmed al-Saraa zal worden benoemd.
Tientallen niet-gouvernementele organisaties hebben het kiesmechanisme bekritiseerd en beweren dat het Al-Saraa in staat stelt de parlementaire meerderheid te controleren. Verkiezingen werden voor onbepaalde tijd opgeschort in de provincie Suuyida en in de noordoostelijke gebieden gecontroleerd door de Koerdische SDF-troepen vanwege spanningen met de centrale regering van Damascus.
Ondanks de tekortkomingen van de democratie, worden de verkiezingen door veel Syriërs gezien als een eerste stap richting deelname aan besluitvorming na decennia van autoritair bewind. Het nieuwe parlement, met een termijn van 30 maanden, zal zich inzetten om de grond voor te bereiden op de eerste directe verkiezingen waarin het volk zal worden opgeroepen om rechtstreeks te stemmen.
De afwezigheid van directe volksstemming is bekritiseerd, maar de interim-president betoogt dat praktische omstandigheden het onmogelijk maken om een landelijke stemming uit te voeren, gezien de vele ontheemde of documentloze Syriërs. Analisten maken zich zorgen over het gebrek aan transparantie en controle over de vorming van de kiesorganisaties, wat het proces kwetsbaar maakt voor manipulatie.
Vertegenwoordiging van vrouwen en minderheden blijft beperkt, met slechts 14% van de kandidaten die vrouwen zijn. Gebieden zoals het Koerdische noorden en Suuyida worden uitgesloten van het verkiezingsproces. Bewoners uiten frustratie over de exclusie van hele gebieden en twijfels over de nieuwe politieke autoriteit na Assad. Kandidaten daarentegen verwachten kritiek en zien de nieuwe regering als een kans voor meer vrijheid.





























































